De lateralisatiefase is de fase in de neuro-motorische ontwikkeling bij kinderen, waarbij de voorkeur voor links of rechts wordt bepaald. De linker- of rechterhersenhelft wordt dan dominant in het aansturen van het brein, de ogen, oren, handen en voeten. Vóór de leeftijd van ongeveer zes jaar gebruikt een kind zijn handen en voeten nog symmetrisch, de bewegingen zijn dan nog elkaars spiegelbeeld. Dat is ook waarom een jong kind nog moeite heeft met links en rechts, maar ook met voor, achter en onder of boven. Pas als duidelijk is welke kant dominant blijft is ook duidelijk of een kind met name vanuit zijn linker of rechter hersenhelft wordt aangestuurd. Een kind wat rechtsbreinig is zal bijvoorbeeld in beelden blijven denken.
Voorkeurskant
Rond de 8,5 jaar ontstaat er pas een duidelijk voorkeurskant die actief het ‘werk’ doet en de andere kant assisteert de voorkeurskant. Rechtshandigheid of linkshandigheid wordt dan pas echt bepaald. Het is belangrijk dat een kind een voorkeurshand heeft als het gaat leren schrijven. Jammergenoeg moeten kinderen in het Nederlandse onderwijs al leren schrijven voordat de lateralisatie is afgerond. Eigenlijk beginnen veel kinderen dus té vroeg aan het schrijfonderwijs.
Het is heel belangrijk om jonge kinderen niet te sturen in een richting en de schrijfrichting mag nog alle kanten op en ook spiegelen van letters mag nog niet gecorrigeerd worden. Daarmee verstoor je het lateralisatieproces. Het tijdstip en de duidelijkheid van de lateralisatie verschillen van kind tot kind. Een verlate lateralisatie kan leerproblemen met zich meebrengen, aangezien het kind de begrippen links en rechts, maar ook tijdsbepaling en volgorde in de ruimte nog niet duidelijk heeft, terwijl daar in het onderwijs al wel duidelijkheid in wordt verlangd. Een kind tijd gunnen is heel belangrijk, maar helaas gebeurt dat niet altijd.
Een goede lateralisatie is belangrijk voor:
- Verfijnde motoriek
- Ruimtelijke oriëntatie
- Werkrichting
- Middellijn kruisen
- Hogere cognitieve vaardigheden als lezen, schrijven en rekenen
Middellijn kruisen
Kinderen die niet goed gelateraliseerd zijn hebben moeite met links en rechts, maar ook ook moeite met het kruisen van de middellijn. Om een kind te laten lateraliseren zijn er oefeningen die gedaan kunnen worden. Startend vanuit de symmetriefase kan als deze onder de knie is een overstap gedaan worden naar de lateralisatiefase. Een kind zal dan veel kruislingse bewegingen moeten maken waarbij de middellijn van het lijf gekruisd moet worden. Allebei de hersenhelften moeten dan samenwerken. Uiteindelijk zal een kind van hieruit een voorkeurskant gaan bepalen. En wel een breinvoorkeur, maar ook voorkeur voor hand, voet, oog en oor. Dit kan een wisselend patroon zijn, bijvoorbeeld als een kind rechts schrijft maar verder alles links doet. We noemen dit het dominantiepatroon. Aan de hand van het dominatiepatroon wordt ook duidelijk wat de leerstijl van een kind is.
Spiegelen en richting omdraaien
Kinderen die hun lateralisatiefase nog niet hebben afgerond kunnen nog letters blijven spiegelen. Ook kan hun werkrichting van rechts naar links zijn en dat is natuurlijk niet handig in een maatschappij die van links naar rechts schrijft en leest. Het is heel belangrijk om tegen deze kinderen te zeggen dat ze het goed gedaan hebben van rechts naar links, en vraag of ze het ook van links naar rechts kunnen. Ga je het als fout benoemen, dan snappen ze er niets meer van, want voor hun is het kloppend.
Door middel van een aantal vragen en oefeningen is te testen of een kind goed is gelateraliseerd. Meer weten? Neem gerust contact op.