Door middel van visuele screening is eenvoudig te bepalen wat en hoe sterk de relatie is tussen visuele afwijkingen en leerproblemen (rekenen, lezen, spelling, concentratie) en hoe de negatieve invloed op het leren te verminderen is of hoe je die kunt opheffen.
Als een kind te maken heeft met leesproblemen, spellingproblemen en rekenproblemen is het handig om een aantal zaken te weten van het kind:
- Hoe neemt het kind de visuele informatie die voor hem/haar ligt waar? Gebeurt dat wel zoals wij veronderstellen of zijn er afwijkingen?
- Komt alle informatie wel aan in de hersenen of valt er soms informatie weg?
- Staat de informatie wel stil of beweegt en verschuift het?
- Hoeveel inspanning kost het om op leesafstand waar te nemen? En wat voor link heeft dat met de concentratie en de oog-handcoördinatie?
- Wordt het eind van een woord en het begin wel afzonderlijk waargenomen of lijken ze voor het kind te versmelten in een vorm van partiële verdubbeling?
- Kunnen de oogsprongen tijdens het lezen wel juist gemaakt worden of mikt het kind voorbij, voor, boven of onder het woord? Beweegt de voorgrond ten opzichte van de achtergrond en kan het kind zich daardoor niet oriënteren, waardoor het ruimtelijk inzicht verminderd ontwikkelt?
Oogsamenwerkingsproblemen (bijv. fixatie disparatie) hebben een oorzaak. Zo kan er bijv. een link gelegd worden met geboorteproblematiek, maar ook met een neurologische ontwikkelingsvertraging.
De neuromotorische ontwikkeling staat in nauwe relatie tot het waarnemen. Afwijkingen in beiden beïnvloeden elkaar en daarmee de ontwikkeling van het kind. Leren kan dan moeilijk worden. Door inzicht te hebben in de relaties ontwikkeling en waarnemen kan er via training sturend gehandeld worden door middel van speciale trainingstechnieken.
Bron: CNLS
CNLS: Visuele Screening & Training
Bij leesproblemen, spellingproblemen en rekenproblemen is het belangrijk om te achterhalen hoe een kind visuele informatie waarneemt? Komt alle informatie wel aan in de hersenen of valt er soms informatie weg? Staat de informatie stil of beweegt en verschuift het? Hoeveel inspanning kost het om op leesafstand waar te nemen? En wat voor link heeft dat met de concentratie en de oog-handcoördinatie? Wordt het eind van een woord en het begin wel afzonderlijk waargenomen of lijken ze voor het kind te versmelten of te verdubbelen? Door middel van visuele screening kunnen we daar achter komen. En in geval van problemen gaan we werken aan verbetering.